‘My famiglia is everything to me.’ Flavio zit wijdbeens op de strakke designbank, zijn gespierde armen nonchalant over de lage rugleuning gedrapeerd. Zijn hypnotiserende groene ogen hebben me nog geen moment losgelaten. Hij praat luid, gebaart veel met zijn handen. Handen die ook terloops mijn schouder, elleboog of knie aanraken. Af en toe roept hij iets naar zijn vrouw Isabella, die tussen keuken en kamer reddert en geen moeite lijkt te hebben met zijn geflirt. Ik verdraag zijn knipoogjes en complimentjes glimlachend.
Na een online kennismaking kon ik vrijwel direct starten bij dit jonge, Italiaanse gezin. Een hardwerkende lieve moeder, een gemakzuchtige, aantrekkelijke vader. Twee bloedmooie kindjes maken hun plaatje compleet.
Overdag zorg ik voor de baby en peuter, maar in de avond, wanneer Isabella net als haar bambini vroeg gaat slapen, ervaar ik la dolce vita. De temperatuur is onafgebroken broeierig en ik draag overwegend luchtige kleding. Flavio houdt me vaak gezelschap in hun naar lavendel geurende tuin, gewapend met een fles Limoncello en een gesprekje in gebroken Engels. Ondanks het gerucht dat hij de vorige au-pair zwanger heeft gemaakt én abortus heeft laten plegen, geniet ik stiekem van zijn brandende blikken.
‘Ik wilde eigenlijk naar de zonsondergang bij la scogliera.’
‘Maar…?’ Zijn ogen trekken aan mijn dunne jurkje.
Ik ga verzitten, zodat het lichtblauwe katoen nog iets hoger schuift. ‘Ik wil niet alleen.’
‘I’ll take you,’ Zijn huichelwitte tanden lachen me toe.
Precies zoals ik had verwacht.
‘Wat een uitzicht!’ De zon werpt een rozige gloed over de rotspunten en de branding, ver onder ons.
Hij kijkt naar mij. ‘Sí, I agree.’
Mijn jurkje waait omhoog wanneer ik dicht bij de afgrond poseer. Hij bekijkt mij via zijn telefoonscherm, zijn blik intens.
Dan staat hij achter me, ben ik gehuld in zijn bedwelmende citrus-geur, fluistert zijn hete adem langs mijn oor. Kippenvel zindert over mijn lijf als hij één arm om me heen slaat en zijn andere uitstrekt om een foto van ons samen te nemen.
‘Oh, shit, mijn sandaal is los.’ Ik buk me abrupt voorover.
Waar eerst nog lichaamswarmte dwingend en hard tegen me aan duwde, is nu lucht. Een schreeuw valt de diepte in. Ik draai me om, sla mijn handen voor mijn gezicht.
Een aantal toeristen komt dichterbij, iemand houdt me vast. Even later snijden sirenes door de zwoele schemering.
Ik denk aan mijn nichtje, hun vorige au-pair. Familie is ook alles voor mij.