Hun luide stemmen dringen door mijn koptelefoon heen. Mijn buik doet raar en zelfs Mario kan me niet opvrolijken.
Tijdens het avondeten is het stil. Ik vertel een mopje en papa lacht, maar heeft het volgens mij niet echt gehoord.
Als mijn mouw ineens in de appelmoes hangt, wordt papa heel boos. Hij zegt dat ik verdomme al acht jaar ben en dat ik fatsoenlijk moet leren eten. Mama roept dat ik er ook niets aan kan doen en verdwijnt met haar bord naar de keuken. Ik vind het niet eerlijk en veeg stilletjes mijn mouw schoon.
Na het voorlezen vraag ik waarom ze boos is op papa.
‘Ach lieverd’, zegt mama met een zachte stem, ‘daar hoef jij je niet druk om te maken.’
‘Op mij ben je ook nooit lang boos, toch?’ Terwijl ik het zeg, trek ik mijn schattige gezicht, waarmee ik haar altijd aan het lachen maak. Ook nu. Maar het is een klein lachje en haar ogen doen niet echt mee.
‘Dat klopt, lieverd, maar papa heeft iets gedaan waar ik heel verdrietig door ben en dat gevoel gaat niet zomaar weg door een lief koppie.’ Ze drukt een kus op mijn voorhoofd en loopt naar de deur.
‘Mama?’
Ze draait zich om en kijkt me vragend aan.
‘Gaan jij en papa scheiden?’ Ik kan het niet helpen dat ik opeens klink alsof ik huil.
Ze zucht en loopt terug naar mijn bed, gaat op de rand zitten en legt haar hand op mijn rug.
‘Ik weet het niet, lieverd. Ik hou heel veel van papa en papa ook van mij. Denk ik.’ Ze zucht nog een keer diep. ‘Maar soms is dat niet genoeg, ben ik bang.’
Ze staat op en loopt weer naar de deur.
Mijn kamer is donker, op het streepje licht na dat door de kier schijnt. Papa komt ook zo naar boven. Zo gaat het altijd. Eerst mama, een verhaaltje en een kus. Daarna papa, met een beetje stoeien, waarvan mama altijd zegt dat ik daarna weer klaarwakker ben.
Maar dat klopt niet, door die kus en het verhaal en het stoeien en dan de laatste kus slaap ik heerlijk.
Mijn buik doet nog steeds pijn.
Als papa en mama niet meer in hetzelfde huis wonen, hoe moet ik dan lekker in slaap vallen?