‘Boh, is het hier zo warm of ligt het aan mij?’
Ze legt de controller naast zich neer en neemt een grote slok water. Het liefst zou ze de inhoud van haar glas over zich heen gooien.
‘Ligt aan jou, mam,’ antwoordt haar zoon, zonder zijn ogen van het televisiescherm af te halen, waar de ene na de andere tegenstander bloederig wordt afgeknald. Zelfs, of misschien juist, zonder haar als tweede speler, is hij de zombies makkelijk de baas. Ze had de gewelddadige spelletjes een hele tijd buiten de deur gehouden, maar nu hij vijftien is, heeft ze er weinig tot niets meer over te zeggen. En, moet ze toegeven, ze vindt het zelf stiekem ook leuk. Ze is er niet bijster goed in, maar het is een van de weinige dingen die haar puber nog met haar samen wil doen.
Terwijl zweetdruppels zich de zoom van haar T-shirt in haasten, wappert ze zichzelf koelte toe met een reclamefolder. Het briesje dat ze hiermee creëert, is helaas niet opgewassen tegen de hitte van binnenuit.
‘Ik word oud en ik vind er niks aan,’ verzucht ze.
Haar zoon zet het spel op pauze en zijn blik glijdt van haar rode wangen naar de zweetplekken onder haar oksels.
‘Je ziet eruit alsof je thermostaat kapot is.’
‘Vertel mij wat. Volgens de huisarts ben ik begonnen aan de herfst van mijn leven.’ Bij het woord herfst vormt ze met haar vingers aanhalingstekens in de lucht. ‘Het begint met de hitte, dan begeven mijn heupen het en voor je het weet kan ik niet meer zonder jouw hulp naar de wc.’ Ze steekt haar tong naar hem uit.
‘Ach mam, wat een onzin. Je hebt gewoon een heel hete nazomer.’ Met een brede grijns kijkt hij haar aan.
Ze kan het niet helpen, ze lacht met hem mee.
‘Ik ga denk ik even zwemmen. Misschien dat het koude wedstrijdbad me wat kan afkoelen.’
‘Ok, tot straks,’ zegt hij, terwijl zijn ogen alweer op de volgende vijand gericht zijn. Hij wuift haar geïrriteerd weg als ze een kus op zijn voorhoofd geeft.
Met de airco in de auto op volle toeren rijdt ze naar het zwembad. Als ze in haar badpak de betegelde ruimte inloopt, overvalt de warme chloorlucht haar. Misschien was dit toch niet zo’n goed idee.
Mopperend op haar eigen lijf schopt ze haar slippers uit en duikt in een snelle beweging het water in.
Als ze weer bovenkomt, vangt een badmeester haar verbaasde blik.
‘Ja, het water is vandaag wat aan de warme kant. Probleempje met de thermostaat.’