‘There is no I in team! Together everyone achieves more!’
Zijn gezicht is rood aangelopen, en hij spuugt de woorden de zaal door.
Iedere vrijdagmiddag krijgen we hier, in de vergaderzaal, te horen hoe we nog beter kunnen ‘scoren’, hoe we ‘issues’ kunnen ‘tackelen’ en, ‘last but not least’, hoe we ‘lean’ en ‘agile’ onze ‘content’ kunnen ‘finetunen’.
Al mijn collega’s van de afdeling verzekeringen zitten voor zich uit te staren, proberen vooral geen aandacht te trekken.
Vera, mijn beste vriendin en partner-in-crime, zit naast me. We proberen iedere week zo ver mogelijk achterin te zitten, uit het zicht van ‘the boss’. Als hij je eenmaal in het oog heeft, kun je het wel vergeten.
Ze kijkt me zijdelings aan en fluistert: ‘Er zit misschien geen I in team, maar wel in martini!’ Ze pakt haar tas, en diept er een waterflesje uit op. De inhoud ziet er echter troebeler uit dan normaal. Ze draait de dop eraf, ruikt eraan, en neemt dan een grote slok. Ze knijpt haar ogen dicht en slaakt een diepe zucht, terwijl ze het flesje mijn kant op steekt. Ik neem het aan en neem eveneens een grote slok. Te laat besef ik mijn fout.
Terwijl de sterke drank zich door mijn keel probeert te wurmen, doet mijn luchtpijp zijn best om alles juist de andere kant op te werken. Het gevolg is dat het goedje met minstens 25% alcohol door mijn neus weer naar buiten spuit. Ik hoest, proest, sla mijn hand voor mijn mond. Terwijl mijn hoestbui een hoogtepunt nadert, Ik kan niet voorkomen dat de collega voor me een lading spetters over zich heen krijgt. Helaas kan ik ook niet verhinderen dat er een doodse stilte valt. Zodra ik de tranen uit mijn ogen heb gewreven, zie ik dat iedereen naar me kijkt. Ook mijn baas.
‘Renée, fijn dat je even demonstreert wat ik juist niet verwacht van mijn ‘people’. Als je even naar voren wilt komen?’
Shit.
Langzaam sta ik op, kijk Vera vernietigend aan en sleep mezelf naar voren.
Op het moment dat ik naast mijn baas sta, die mijn schaamtevolle gang naar voren met argusogen heeft bekeken, hoor ik ineens een luide piep, waarna het plafond sputterend tot leven komt. IJskoud water wordt over iedereen uitgestort. Binnen een paar seconden is iedereen doorweekt. Collega’s beginnen hun spullen snel te verzamelen en uit de luidsprekers van de vergaderzaal klinkt een automatische stem: ‘Brandalarm, iedereen naar buiten. Brandalarm, iedereen naar buiten.’
Terwijl ik me richting de uitgang haast, kom ik weer naast Vera terecht. Ik zie nog net hoe ze haar aansteker terug in haar tas stopt. Ze knipoogt lachend: ‘Saved bij the bell!’