466 – Foto uit het verleden
‘Weet je dit nog?’
Karlijn kijkt over mijn schouder mee. Het blije gezin voor de prachtig verlichte Eifeltoren kijkt ons lachend aan. Ik heb mijn handen op de schouders van Stefan liggen, en Frank draagt Maartje op zijn schouders. Karlijn zucht en gaat weer tegenover me zitten.
‘Het lijkt een eeuwigheid geleden.’
‘Dat is het ook,’ reageer ik. Haar slanke vingers zijn om haar kop thee gevouwen. Ze blaast de hitte eraf en een wolk sterrenmunt zweeft mijn neus binnen.
Ik kijk weer naar het kiekje en zie de lachende gezichten. Maartje nog een dreumes, eigenlijk te moe om op dat late tijdstip nog wakker te zijn. Stefan een drukke peuter die we noodgedwongen met een ‘hondenlijn’ aan één van ons vast moesten maken. Inmiddels woont niemand van de foto meer in hetzelfde huis.
De ogen van Karlijn zijn op me gericht.
‘Verdwaald in het verleden?’
De ogen, die doen het hem, die zijn nog precies hetzelfde. Kijken nog met dezelfde liefde naar mij en naar onze gezamenlijke herinneringen. Eerst was ik kwaad, echt furieus dat hij het me niet eerder had verteld. Daarna heb ik voor mijn gevoel maandenlang gehuild. Hoe kon ik hem kwijtraken? We hadden meer dan een half leven samen doorgebracht, samen kinderen grootgebracht en plannen gemaakt om, met een leeg nest in het vooruitzicht, verder te genieten van het leven.
De scheiding werd aangevraagd en het proces heb ik vanaf de zijlijn meegekregen, dichterbij kon ik niet aan. We hadden contact vanwege de kinderen, maar meer niet.
Ik woon sindsdien alleen, Maartje en Stefan komen één keer in de zoveel tijd met een berg was en een hoop verhalen thuis. Zij zijn net zo goed iemand kwijtgeraakt; een vaderfiguur die zo anders was dan we altijd gezien hadden.
Maar tijd is een raar iets, de scherpe randjes van het verdriet sleten weg en blijkbaar konden we niet zonder elkaar. Gelukkig hebben we de foto’s nog, grappen we vaak.
Ik ben mijn man verloren, maar heb er een fantastische vriendin voor teruggekregen.