Ze drukt het kussen hard op het gezicht. Een speldenprikje schuldgevoel welt op in haar maag. Ze probeert de zoetemeisjesgeur die het lijfje uitwasemt te negeren. Door de diepe slaap, spartelt het kind nauwelijks tegen. Ze neuriet om zichzelf kalm te houden. Bijna is alles weer zoals het hoort.
Iedereen had er recht op en nu was het eindelijk zover. De Dag kwam voor iedereen, altijd na je 18e, altijd vóór je dood, je wist nooit precies wanneer. Maar je voelde het als het zover was, een warme koude gloed diep van binnen en dan wist je, morgen is mijn Vrije Dag en kan ik doen en laten wat ik wil. Niemand zou je verantwoordelijk kunnen houden voor je daden, want niemand zou het weten.
Ze keek er de hele dag naar uit. Laat in de avond wilde ze haar plan uitvoeren. Pas om twaalf uur ’s nachts werd deze Dag gewist en wat als ze eerder betrapt werd? Zou dat ook gewist worden? Ze durfde de gok niet te nemen.
Ze had met smart op haar Dag gewacht. En wat een geluk dat ze hem niet eerder had gekregen, tijdens haar eerste huwelijk bijvoorbeeld. Wat had ze er toen mee moeten doen? Vreemdgaan? Dat had ze tenslotte toch wel gedaan en zie waar het haar gebracht had. In deze mooie villa, met geld als water, een kast vol met de mooiste kleren en spullen, en een man die er fantastisch uitziet. Een man die weet hoe hij haar moet verwennen, met zijn lichaam en zijn geld.
Zodra het lijfje helemaal niet meer beweegt, haalt ze het kussen van het hoofd. Ze kijkt op de klok, 23.25 uur. Mooi, over een korte tijd kan haar leven echt beginnen. Ze begeeft zich naar de echtelijke slaapkamer en kust Christiaan wakker. Met haar rondingen zorgt ze ervoor dat hij de komende uren aan niets anders dan haar denkt. Het besef dat het gelukt is, maakt haar geiler dan ooit.
Het constant vechten om aandacht is voorbij. Het halfweesje uit zijn eerdere huwelijk, dat aan hem hechtte als Japanse Duizendknoop, zit niet meer in de weg. Het kleine mormel heeft niet gewonnen. Nu kon Christiaan al zijn aandacht aan haar besteden. Ze hoeft niet meer alsof-aardig tegen het wicht te doen, ze kan zich volledig op Christiaan richten, en hij op haar.
***
Met een zucht hijst ze zich uit bed. Waarom is hij nog steeds niet de oude? Had ze van tevoren kunnen bedenken dat hij na twee jaar nog steeds zo gebukt onder zijn verdriet zou gaan? Hij heeft nooit geweten dat zij het was die het veroorzaakt had, maar de afstand sinds De Dag, is nooit meer overbrugd.