#470 – waar rook is…
Met mijn voeten op de lessenaar leun ik achterover en bekijk de gebogen hoofden van mijn groep-acht leerlingen. Ongeveer de helft van de klas is druk aan het schrijven of doet in ieder geval alsof. Een enkeling kijkt dromerig om zich heen. De druktemakers achterin hebben aan één blik voldoende om dat wat ze uitspoken ten minste in stilte te doen.
Ik neem een trekje van mijn sigaret en blaas de rook het openstaande raam uit. Mijn blik blijft hangen bij Sara. Ze zit met haar neus bijna op het papier, haar sluike haar hangt vettig over haar schouders. Ze schrijft aan één stuk door, de fantasie lijkt rechtstreeks vanuit haar hoofd haar pen uit te vloeien.
Ze heeft het niet makkelijk hier op school, ze is duidelijk het pispaaltje van de groep. Haar ouderwetse, te kleine kleren en rare ziekenfondsbrilletje helpen daar natuurlijk niet aan. Ze is pienter, dat wel, maar sociaal verschrikkelijk onhandig. Ik heb haar wel eens gezegd dat ze wat meer van zich af moet bijten, maar dan staart ze me alleen maar aan met die onpeilbare, donkere ogen.
***
Ik doe alsof ik het gefluister en gelach niet hoor. Daar ben ik met de jaren vrij goed in geworden. Schelden doet wél pijn, wat de leraar ook zegt. Het gevoel er niet bij te horen ben ik inmiddels gewend, maar fijn is anders. Ooit wordt het vast beter. Voor nu trek ik me terug in mijn eigen fantasiewereld, waar de pestkoppen niet bestaan en ik mezelf gelukkig kan schrijven. De opdracht van vandaag, ‘Je grote droom’, zweept mijn verbeelding op en de woorden stromen over het vel. Het gaat niet de kant op die ik zelf verwachtte, maar dat gebeurt wel vaker. Alsof het verhaal al bestaat en ik het alleen maar de ruimte hoef te geven. Een glimlach zweeft op mijn gezicht, terwijl de natte propjes papier mijn achterhoofd raken.
***
‘Kom je zo?’
Mijn vrouw staat met twee kopjes koffie naast me.
‘Ik ben bijna klaar, ik kom zo bij je zitten.’
Ze laat een kopje bij mij achter, installeert zich aan de keukentafel en stemt de radio af op het journaal.
De meeste opstellen waren fantasieloos en afgeraffeld, maar na een paar zinnen merk ik dat dit exemplaar er met kop en schouder bovenuit steekt. De haartjes op mijn armen komen overeind. Ze is intelligent en een kei in taal en spelling, maar wat ze nu heeft verzonnen, is werkelijk fantastisch. Gruwelijk, maar fantastisch. Het geluid van de radio dringt nauwelijks tot me door.
“Op een basisschool in Eindhoven is in de namiddag brand uitgebroken. De brandweer is met groot materieel uitgerukt en een woordvoerder geeft aan dat er zich nog enkele scholieren in het gebouw bevinden. Zij zitten schijnbaar opgesloten in één van de lokalen en de vraag is of de brandweer ze op tijd zal kunnen bevrijden. We houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.”