Men zegt wel een dat ik te veel over mij heen laat lopen, dat ik me soms zelfs als voetveeg laat gebruiken, maar ik weet wel beter. Ik ken mijn grenzen, weet waar ik begin en eindig. En, niet onbelangrijk, ik ken mijn eigenwaarde. Ik til mensen naar een hoger plan.
Het is waar, ik bekijk alles vanuit het zogenaamde kikvorsperspectief. Ik kan vanuit mijn positie slechts opkijken naar iedereen, maar daarentegen ziet mijn gebruiker ook vaak tegen mij op, soms zelfs torenhoog. Maar ik weet dat dat niet persoonlijk is, het enkel te maken heeft met de zwaartekracht.
Soms laat men in goed vertrouwen spullen op mij achter. Het is beneden mijn waarde om dit vertrouwen te beschadigen, en dus zorg ik goed voor deze voorwerpen. Totdat, meestal dezelfde persoon die ze mij in bruikleen gaf, al stampend en scheldend de spullen toch maar zelf meeneemt naar hun uiteindelijke bestemming.
In het verleden heb ik wel eens een make-over gehad. Onaangenaam? Ja, maar wie mooi wil zijn moet pijn lijden. Het afschudden van een oude huid, is als afscheid nemen van een vriend. Maar, zonder verandering geen vlinders.
Nu de jaren beginnen te tellen, begin ik in mijn voegen te kraken. Ik kan nog jaren mee, maar het einde is wel in zicht. Men heeft mij nodig, maar ik ben niet onvervangbaar.
Ach ja, vervanging hoort bij het leven. Ik ben niet bang voor de afloop. Misschien kan ik hergebruikt worden. En, aan de toekomst kan ik niets veranderen. Ik kan alleen mij ten volle kwijten van mijn taak. Mocht ik dan uiteindelijk opstappen, kan dit in het volle besef dat ik alles gegeven heb.